EINDTERMEN EXAMEN ZAKELIJK DUITS
Om voor dit examen te kunnen slagen, dien je over voldoende kennis en vaardigheden van de volgende onderwerpen te beschikken:
Grammatik
- Het zelfstandig naamwoord
- Werkwoorden: haben, sein, werden
- Sterke en zwakke werkwoorden
- Verben 3/4er Fall
- Die vier Fälle
- Präpositionen
- Plural
- Fragewörter
Korrespondenz
- Der Geschäftsbrief
- Die Anfrage
- das Angebot
- Die Bestellung
- Die Bestellungsannahme
- Die Einladung
- Mängelrüge
- Reservieren
Kommunikation
- Geschäftliche Gespräche
- Reservierung eines Zimmers
- Fragen nach dem Weg
- Im Restaurant
- Ein Angebot
- Im Reisebüro
- Probleme wegen einer Rechnung
- Besuch eines Vertreters
Idiom
- Het duitse telefoonalfabet
- De telefoon
- Datum en tijd
- Uitnodigen en zich voorstellen
- Telefoneren
- Begroeten
- Afspreken
- Vragen en bedanken
- Bestellen en annuleren
- Adviseren
- Feliciteren en complimenten maken
- Hotel/Restaurant
- Niet-zakelijke gesprekken
- Eten en drinken
- Gezondheid en ziekte
- Sociale gesprekken
- Toespraken
- Persoonlijke gegevens vragen
- Gesprek beginnen/beëindigen
- Blij/teleurgesteld zijn, hopen, vragen
- Reserveren